ACV

5.2. Zwangerschaps- en bevallingsrust

Het recht op bevallingsrust is volgens de Arbeidswet afhankelijk van de bevalling of geboorte van een kind. [405] De begrippen ‘bevalling’ en ‘geboorte’ worden in deze wet door elkaar gebruikt. Voor toepassing van deze bepalingen is het (behalve in het geval van een miskraam – zie later) irrelevant of het kind uiteindelijk levend of levensvatbaar ter wereld komt. [406] Het maakt ook niet uit of de moeder gehuwd is of niet.

De schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens bevallingsrust (artikel 39 Arbeidswet) mag niet verward worden met de schorsing wegens arbeidsongeschiktheid (artikel 31 AOW). Wanneer de werkneemster buiten de periode van bevallingsrust arbeidsongeschikt is door haar zwangerschap of bevalling, dan gelden de gewone regels van de schorsing wegens ziekte. [407] Zo zal er bij deze laatste schorsing een gewaarborgd loon door de werkgever verschuldigd zijn, wat dus niet het geval is bij de bevallingsrust (dan betaalt het ziekenfonds een uitkering). De huidige regeling is bijzonder complex en onoverzichtelijk geworden. [408]

Laatst aangepast op: 04-07-2023

Art. 39 Arbeidswet werd volledig vervangen door art. 289 van de wet van 9 juli 2004, maar werd sindsdien nog vijf keer grondig gewijzigd door de wetten van 20 juli 2006, 22 december 2008, 6 mei 2009, 13 april 2011 en 11 juni 2011 en 25 april 2014.