ACV

5.2.4. Gedeeltelijke omzetting van de moederschapsrust in dagen postnatale rust

5.2.4.1 Principes

Om de werkneemster de kans te bieden het werk geleidelijk aan te hervatten, kunnen op eigen verzoek en volgens een ritme dat zij zelf bepaalt, twee weken van haar moederschapsrust omgezet worden in verlofdagen van postnatale rust. Deze verlofdagen moeten wel worden opgenomen binnen de acht weken die volgen op het einde van de ononderbroken periode van de moederschapsrust. [429] In die periode van acht weken die volgt op het einde van de ononderbroken periode van postnatale rust, is er dus een afwisseling mogelijk tussen werkdagen en dagen postnatale rust.

Deze omzetting is alleen mogelijk in de mate waarin de werkneemster de postnatale rust van negen weken kán verlengen met minstens twee weken. Al naargelang het geval gaat het dus om weken prenatale rust die niet werden opgenomen vóór de bevalling maar kunnen worden overgedragen, de week van bijzondere verlenging in geval van een moeilijke zwangerschap, de extra weken bij meerlinggeboorte of de extra weken bij hospitalisatie van de pasgeborene.

5.2.4.2 Bepalen en vastleggen van de dagen postnataal verlof

De werkgever is verplicht om op verzoek van de werkneemster de periode van twee weken om te zetten in verlofdagen van postnatale rust. Deze omzetting gebeurt in functie van het aantal werkdagen dat voorzien is in het arbeidsrooster van de werkneemster. [430] Een werkneemster die in normale omstandigheden voltijds in dienst is in een vijfdagenstelsel krijgt op die manier tien dagen postnatale rust toegewezen, als zij maar vier dagen per week werkt, krijgt ze acht dagen postnatale rust, enz.

Deze dagen postnatale rust moeten opgenomen worden binnen de acht weken die volgen op het einde van de ononderbroken periode van moederschapsverlof. De werkneemster kan hierbij zelf bepalen welke dagen zij wil nemen als verlofdagen (de werkgever kan immers niet verplichten om deze dagen ‘vast te leggen’).

Voorbeeld

  • Een werkneemster is bevallen van een tweeling en heeft zeven weken prenatale rust opgenomen (zes weken facultatieve en één week verplichte). Ze werkt normaal deeltijds gedurende drie dagen/week. Bij geboorte van een meerling kent de wetgeving een prenataal verlof van acht weken toe. Ze heeft er maar zeven genomen. Ze zou met andere woorden nog één week facultatieve prenatale rust kunnen verschuiven naar het einde van haar postnatale rust van negen weken. Deze week kan echter niet omgezet worden in dagen postnatale rust, aangezien hiervoor minstens twee weken overgedragen moeten worden…
  • Maar daarom niet getreurd. Bij de geboorte van een meerling kan de werkneemster ook nog twee bijkomende facultatieve weken postnatale rust aanvragen en genieten. Als zij deze aanvraag indient, wordt de postnatale rust van negen weken dus met drie weken verlengd. Omdat de normale postnatale rust van negen weken op die manier met minstens twee weken verlengd wordt, kan zij gebruikmaken van de omzetting in verlofdagen van postnatale rust. Van deze drie weken kunnen er dus twee omgezet kunnen worden in dagen postnatale rust.
  • Omdat ze deeltijds werkt volgens een stelsel van drie dagen/week, kunnen er zes dagen (twee weken x drie dagen) opgenomen worden als dagen postnatale rust binnen de acht weken volgend op het einde van de ononderbroken periode van het moederschapsverlof.

De ontslagbescherming die wordt toegekend aan de werkneemster blijft behouden gedurende de volledige periode van acht weken waarin de werkneemster haar verlofdagen van postnatale rust neemt. De eventuele opzeggingstermijn die door de werkgever wordt betekend, zal bovendien gedurende diezelfde periode geschorst worden (zie verder).

5.2.4.3 Verwittigen van de werkgever

Als zij gebruik wil maken van haar recht om twee weken facultatieve postnatale rust om te zetten in verlofdagen, moet de werkneemster haar werkgever verwittigen. Het KB van 14 april 2009 schrijft voor dat ze hem ten laatste binnen de vier weken voor het einde van de periode van negen weken verplichte postnatale rust schriftelijk moet inlichten over de omzetting en de planning van de dagen postnatale rust met andere woorden welke dagen ze wil vastleggen als dagen van postnataal verlof. [431] Doet ze dat niet dan moet de werkgever geen rekening houden met haar aanvraag.

5.2.4.4 Verwittigen van de verzekeringsinstelling (=ziekenfonds)

De werkneemster moet ook binnen dezelfde termijn (ten laatste vier weken voor het einde van de verplichte postnatale rust) haar verzekeringsinstelling op de hoogte brengen van haar voornemen om dagen postnataal verlof op te nemen en de planning daarvan meedelen. Wanneer zij het werk hervat en meer bepaald binnen de acht dagen na het einde van de ononderbroken postnatale rust bezorgt zij aan haar ziekenfonds een door haar werkgever ingevuld, gedateerd en ondertekend attest van werkhervatting waarin de datum van werkhervatting wordt bevestigd.

Wanneer de werkneemster alle verlofdagen van postnatale rust opgenomen heeft, bezorgt de werkgever aan de werkneemster een verklaring die de data van de verlofdagen vermeldt en het aantal overeenstemmende uren van verlof als ze deeltijds tewerkgesteld was bij het begin van de moederschapsrust. De werkneemster bezorgt deze verklaring die geldt als een uitkeringsaanvraag, aan haar verzekeringsinstelling (=ziekenfonds). Deze betaalt zo spoedig mogelijk de uitkering voor de verlofdagen van postnatale rust. [432]

Laatst aangepast op: 04-07-2023