ACV

5.6. Borstvoedingspauzes

Er bestaat in België, buiten het profylactisch verlof na de bevalling (zie hoger) geen algemeen wettelijk recht op verlof wanneer de bevallen vrouw borstvoeding aan de pasgeborene toedient. [475] Wel is er een recht op borstvoedingspauzes om de moeder de mogelijkheid te geven haar arbeidsprestaties te schorsen om haar in staat te stellen borstvoeding te geven of melk af te kolven. Dit recht is tot stand gekomen door Cao 80 van de NAR [476] en is vanaf 1 juli 2002 in werking getreden. Deze regeling is de uiterst minimale Belgische invulling van artikel 8.3 van het Europees Sociaal Handvest (tijd voor borstvoeding) en het IAO-verdrag nr. 183 van 15 juni 2000 betreffende de herziening van het Verdrag betreffende de bescherming van het moederschap, meer bepaald artikel 10 tot instelling van een bezoldigd recht op borstvoedingspauzes. [477]

De arbeidsovereenkomst kan voor beperkte tijd geschorst worden om ofwel het kind effectief te voeden, ofwel de moedermelk af te kolven. Het recht op een borstvoedingspauze hangt af van de arbeidsduur die op een dag gepresteerd moet worden:

  • Eén borstvoedingspauze van dertig minuten van zodra de voorziene arbeidsprestaties minstens 4 uur per dag duren.
  • Twee borstvoedingspauzes van dertig minuten als de voorziene arbeidsprestaties minstens 7,5 uur per dag duren. De pauzes kunnen na elkaar of in twee keer genomen worden.

De tijdstippen waarop de vrouw de pauzes wil opnemen, moeten overeengekomen worden met de werkgever en als er geen akkoord mogelijk is, moeten de pauzes genomen worden aansluitend bij de pauzes die in het arbeidsreglement zijn opgenomen. Het moet ook gaan om een pauze, dus tijdens de prestatieduur van de werkdag.

Het recht op borstvoedingspauzes bestaat tot en met de negende maand na de geboorte van het kind. [478] De werkneemster die van het recht gebruik wil maken, moet de werkgever hiervan twee maanden vooraf [479] verwittigen via een aangetekende brief of via overhandiging tegen ontvangstbewijs van een geschrift. De werkneemstermoet vanaf het begin van de uitoefening van het recht elke maand een bewijs afleveren dat ze nog borstvoeding geeft. Dit bewijs wordt geleverd via een attest van een consultatiebureau voor zuigelingen van Kind en Gezin (Vlaamse Gemeenschap) of het ONE (Franse Gemeenschap), of via een medisch attest.

Tijdens de borstvoedingspauzes zal de werkneemster geen loon ontvangen maar een uitkering van de ZIV-verzekering. Deze vergoeding bedraagt 82% van het onbegrensde brutoloon per uur of half uur dat de werkneemster pauzeerde. [480]

De werkneemster die gebruikmaakt van haar recht op borstvoedingspauze is ook beschermd tegen ontslaghandelingen door de werkgever. [481] De beschermde periode begint vanaf de kennisgeving en duurt tot het verstrijken van een maand na de afloop van de periode gedekt door het laatste attest van borstvoeding. Bij onregelmatig ontslag moet de werkgever een forfaitaire schadevergoeding van zes maanden loon betalen. Deze vergoeding kan echter niet gecumuleerd worden met de beschermingsvergoeding wegens zwangerschap. [482]

Laatst aangepast op: 04-07-2023

    KB van 5 november 2002, BS 20 november 2002.