ACV

6.5. Inkomen van de werkneemster tijdens de bevallingsrust

De werkgever heeft sinds 1989 geen enkele verplichting tot betaling van gewaarborgd loon tijdens de periodes van pre- en postnatale rust. [470] De werkneemster krijgt een uitkering van de moederschapsverzekering via haar ziekenfonds, de zogenaamde ‘moederschapsuitkering’. Wordt de werkneemster arbeidsongeschikt ten gevolge van zwangerschap of bevalling buiten de pre- of postnatale rustperiode, dan zijn de gewone regels inzake het gewaarborgd loon bij ziekte van toepassing. [471] Zo is de werkgever verplicht een gewaarborgd loon uit te betalen voor elke periode ongeschiktheid die zich voordoet binnen de vijf weken (zeven weken bij meerlingen) voor de verplichte prenatale rust.

Laatst aangepast op: 28-04-2025

Deze regeling werd ingevoerd door de wet van 22 december 1989 en had tot doel te vermijden dat vrouwen bij de aanwerving worden gediscrimineerd wegens bijkomende loonkosten ingeval van zwangerschap en bevalling. Alle werkgevers betalen sindsdien een RSZ-bijdrage om de moederschapsuitkering van de ZIV te financieren en dit ongeacht het aantal vrouwen dat ze tewerkstellen.