ACV

12.1. Verjaring in het arbeidsovereenkomstenrecht  [1603]

In het arbeidsovereenkomstenrecht geldt een bijzondere regeling inzake verjaringstermijnen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt naargelang de vordering wordt gesteund op de AOW en het arbeidscontract (contractuele vordering of vordering ex contractu), dan wel op een sociaalrechtelijk misdrijf (delictuele vordering of vordering ex delicto).

Laatst aangepast op: 28-04-2025

    L. Cornelis, Algemene theorie van de verbintenis, Intersentia Rechtswetenschappen, Antwerpen, 2000, 918 e.v.; W. Rauws, “De verjaring in het arbeidsrecht”, in: CBR (ed.), De verjaring, Intersentia, Antwerpen, 2007, 1-31; V. Dooms, De verhouding tussen de vordering ex contractu en ex delicto in het kader van de arbeidsovereenkomst, in: Bibliotheek Sociaal Recht, Gent, Larcier, 2003, 166; T. Van De Calseyde, “Recente evoluties inzake verjaring in het arbeidsrecht”, Or. 2008, 33 e.v.