ACV

10.1.8. Vruchtbaarheidsbehandelingen

Sinds 28 april 2024 bestaat er een tweeledige bescherming om de werknemer beter te beschermen bij vruchtbaarheidsbehandelingen en medisch begeleide voortplanting. [1154]

Deze bescherming bestaat uit:

  • Bescherming tegen ontslag

Werknemers die een vruchtbaarheidsbehandeling of een medisch begeleide voorplanting volgen, zijn beschermd tegen ontslag.

Een werkgever kan ze alleen maar ontslaan om redenen die niets te maken hebben met hun afwezigheid vanwege een vruchtbaarheidsbehandeling.

De bewijstlast ligt bovendien bij de werkgever.

  • Bescherming tegen discriminatie

Werknemers zijn evenens beschermd tegen discriminatie.

Een vruchtbaarheidsbehandeling en de daaraan gerelateerde afwezigheden mogen dus géén nadelige gevolgen hebben voor de werknemer.

Concreet betekent dit dat de werknemer na afloop van de vruchtbaarheidsbehandeling:

  • Moet terugkeren naar dezelfde functie of - als dit niet mogelijk is - naar een gelijkwaardige of vergelijkbare functie.
  • Recht moeten hebben op elke verbetering van de arbeidsvoorwaarden waarop hij tijdens zijn afwezigheid recht zou hebben gehad.
  • Recht moet hebben op alle verworven rechten of rechten in wording tijdens zijn afwezigheid.

De werkgever kan de afwezigheid van de werknemer op verschillende manieren regelen:

  • Betaalde vakantie.
  • Gerechtvaardigde afwezigheid zonder behoud van loon.
  • Tijdelijke aanpassing van de arbeidsregeling.

Om in aanmerking te komen voor ontslagbescherming moet de werknemer de werkgever ook inlichten over zijn afwezigheid. De werknemer moet een medisch attest bezorgen waaruit blijkt dat hij naar medische onderzoeken en behandelingen in verband met onvruchtbaarheid moet gaan.

De bescherming van de werknemer loopt tijdens een periode die begint op het moment dat de werkgever wordt ingelicht door een medisch attest en eindigt aan het einde van een periode van twee maanden na deze kennisgeving.

Een werknemer kan dus meer dan twee maanden beschermd zijn indien hij voor elke nieuwe maandelijkse cyclus een medisch attest bezorgt.

Bij onrechtmatig ontslag (d.w.z. indien er geen voldoende reden gegeven wordt voor het ontslag of indien de werknemer effectief ontslagen wordt om redenen die verband houden met de afwezigheid wegens vruchtbaarheidsbehandeling) is de werkgever een forfaitaire vergoeding verschuldigd. Deze vergoeding is gelijk aan zes maanden brutoloon, naast de opzeggingsvergoeding.

Deze forfaitaire vergoeding van zes maanden is ook verschuldigd bij het overtreden van het discriminatieverbod.

Er is géén verbod tot cumulatie van deze vergoedingen. De werknemer kan dus de vergoeding bij discriminatie cumuleren met de ontslagbeschermingsvergoeding.

De werknemer kan één van deze vergoedingen ook cumuleren met andere beschermingsvergoedingen.

Laatst aangepast op: 28-04-2025

    Wet van 24 maart 2024 tot wijziging van de arbeidswet van 16 maart 1971 en van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen, tot instelling van een bescherming voor de werkneemsters en werknemers die van het werk afwezig zijn om een vruchtbaarheidsbehandeling of een programma van medisch begeleide voortplanting te volgen, B.S. 18 april 2024