ACV

10.3.4. Op hoeveel uren BEV heeft een werknemer recht?

De werknemer die een opleiding volgt, heeft recht op een aantal uren verlof gelijk aan het aantal uren dat hij de lessen effectief heeft gevolgd. Men mag dan op het werk afwezig zijn gedurende het aantal uren dat overeenstemt met dat van de cursussen dat men volgt. Maar dat aantal uren is begrensd. Bovendien komen enkel de effectieve gevolgde lesuren in aanmerking. Als men bv. een beroepsopleiding volgt die 100 uren omvat en men is maar 92 uur aanwezig geweest, dan heeft men maar recht op 92 uur betaald educatief verlof. Een lesuur van 50 minuten geeft recht op een afwezigheid van één uur (60 minuten) betaald educatief verlof. Het aantal uren BEV mag per schooljaar (niet per opleiding) niet meer bedragen dan [603]:

Type van de opleiding

Lesuren buiten de arbeidstijd

Lesuren binnen de arbeidstijd

Beroepsopleiding

100

120

Algemene opleiding

80

80

Combinatie beroeps- en algemene opleiding

100

120

Bachelor of master

120

120

Taalcursus

80

80

Combinatie taalcursus en beroepsopleiding

100

100

Opleiding voor knelpuntberoepen

180

180

Secundair onderwijs

180

180

Voor laaggeschoolde werknemers kan de Minister van Tewerkstelling en Arbeid, op voorstel van de Erkenningscommissie, het maximumaantal uren op 180 vaststellen voor opleidingen van elementaire basisvaardigheden. [604] Al de voormelde maxima kunnen vermeerderd of verminderd worden bij KB dat in de ministerraad overlegd is en na advies van de Nationale Arbeidsraad.

Er bestaat ook een recht op BEV om een examen af te leggen bij de centrale examencommissie (middenjury) of een examen van certificering van verworven competenties. Een werknemer die een examen aflegt voor de centrale examencommissie, heeft recht op een afwezigheid op het werk van drie keer het wekelijks aantal werkuren van de arbeidsregeling. [605] Dit quotum wordt toegevoegd aan het algemeen quotum van de uren beroepsopleiding.

Een werknemer die certificeringexamens aflegt, heeft recht op een afwezigheid op het werk gedurende 8 uren. Deze certificeringsexamens worden in principe georganiseerd door de Gemeenschappen en hebben als doel werknemers, bij hun zoektocht naar werk, toe te laten hun competenties te valoriseren die zij op een andere manier dan door het volgen van vorming (in de gebruikelijke zin van het woord) verworven hebben. Deze 8 uren worden in mindering gebracht bij het bepalen van het maximumaantal uren BEV waarop de werknemer recht heeft in een bepaald schooljaar. [606] Dit verlof moet genomen worden op de dag van het examen.

Deeltijdse werknemers kunnen BEV nemen tijdens de uren waarop ze gewoonlijk werken en dat in verhouding tot de bij cao vastgestelde wekelijkse arbeidstijd. [607] Wanneer het aantal effectief gevolgde uren van de opleiding niet hoger is dan het vastgelegde maximum, wordt het aantal verlofuren vastgesteld door het aantal werkelijk gevolgde uren te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de teller de wekelijkse deeltijdse tewerkstelling is en de noemer het aantal uren van de voltijdse tewerkstelling in de onderneming. [608] Ligt het aantal werkelijk gevolgde uren van de opleiding hoger dan het voormelde maximum, dan wordt het aantal verlofuren vastgesteld door dat maximum te vermenigvuldigen met dezelfde breuk. [609]

Voor de werknemers die tijdens het betrokken schooljaar afwisselend voltijds en deeltijds werken, wordt het aantal verlofuren berekend in verhouding tot hun werkelijke voltijdse en deeltijdse tewerkstelling in de loop van die periode. [610]

Laatst aangepast op: 04-07-2023

    Art. 3 KB 31 mei 1999. Volgens de FOD WASO wordt niet alleen het aantal verlofuren voor de deeltijdse werknemers gereduceerd in verhouding tot hun arbeidsduur, maar wordt ook de loongrens die voor terugbetaling aan de werkgever gehanteerd wordt in dezelfde mate verminderd. In de reglementering zelf wordt over dit punt gezwegen.