ACV

10.2.4. Verzoek vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden  [1158]

De werkgever mag een werknemer die een aanvraag indient voor een vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden niet ontslaan, behalve om redenen die vreemd zijn aan de uitoefening van de rechten vervat in cao nr. 161.

Met een ontslag wordt gelijkgesteld het treffen van enige voorbereiding voor dat ontslag

Die ontslagbescherming geldt vanaf de schriftelijke aanvraag van de werknemer, waardoor de werknemer aantoont dat hij de aanvraag heeft ingediend en de werkgever er kennis van had of redelijkerwijs kennis van kon hebben, en eindigt 2 maanden na de weigering van de aanvraag door de werkgever of 2 maanden na het begin van de uitoefening door de werknemer van de vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden.

Buiten die situaties eindigt de bescherming 2 maanden na de door de werknemer gevraagde begindatum in de gevallen waarin geen vorm van werk met meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden werd aangevat.

Wanneer een werknemer die oordeelt dat hij werd ontslagen om redenen die verbonden zijn met de uitoefening van de rechten vervat in cao nr. 161, voor de bevoegde rechtbank feiten aanbrengt die dat aannemelijk maken, komt het aan de werkgever toe om te bewijzen dat het ontslag gebeurde om redenen die vreemd zijn aan de uitoefening van de rechten die voortvloeien uit cao nr. 161.

Bij schending van de ontslagbescherming moet de werkgever een schadevergoeding aan de werknemer betalen die gelijk is aan minimaal 4 maanden loon en maximaal 6 maanden loon.

De schadevergoeding is niet cumuleerbaar met enige andere vergoeding die verschuldigd is door de werkgever n.a.v. de beëindiging van de arbeidsovereenkomst inclusief een vergoeding wegens misbruik van ontslag, met uitzondering van een opzeggingsvergoeding, een niet-concurrentievergoeding, een uitwinningsvergoeding of een aanvullende vergoeding die bovenop de sociale uitkeringen wordt betaald.

Laatst aangepast op: 28-04-2025

    Art. 16-17 cao nr. 161.