Onder ‘werkgever’ wordt verstaan:
- de werkgever bedoeld in de welzijnswet;
- de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. [1450]
Onder ‘preventieadviseur’ wordt verstaan [1451]:
- elke natuurlijke persoon, verbonden aan een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, met wie de werkgever een arbeidsovereenkomst heeft gesloten of die verbonden is met de werkgever krachtens een statuut waarbij zijn rechtspositie eenzijdig is geregeld door de overheid en die daadwerkelijk tewerkgesteld wordt door die werkgever en die de opdrachten vervult van preventieadviseur zoals vastgesteld in de Welzijnswet [1452];
- elke natuurlijke persoon die al dan niet krachtens een arbeidsovereenkomst verbonden is met een erkende externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, waarop een werkgever een beroep doet, voor de uitvoering van de opdrachten preventieadviseur zoals vastgesteld in de Welzijnswet.
De werkgever kan de overeenkomst met een preventieadviseur enkel beëindigen “om redenen die vreemd zijn aan zijn onafhankelijkheid of om redenen waaruit blijkt dat hij niet bekwaam is om zijn opdrachten uit te oefenen en voor zover hij de wettelijke procedures naleeft”. [1453] Zo kan een langdurige afwezigheid om gezondheidsredenen het ontslag van de preventieadviseur wegens onbekwaamheid niet verantwoorden, nu de werkgever verschillende mogelijkheden had om de afwezigheid op te vangen. [1454]
De ontslagbescherming geldt niet in geval van:
- ontslag om dringende reden;
- sluiting van onderneming;
- collectief ontslag waarop de procedures vastgesteld krachtens hoofdstuk VIII van de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling van toepassing zijn [1455];
- beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de preventieadviseur zelf;
- het verstrijken van de termijn waarvoor de overeenkomst gesloten werd;
- ontslag tijdens de proefperiode. [1456]
De wet van 20 december 2002 raakt de openbare orde. [1457] De miskenning van de bescherming tegen ontslag of verwijdering uit de functie, geeft enkel aanleiding tot de verschuldigdheid van een beschermingsvergoeding; de werknemer kan zich niet op de wet van 20 december 2002 beroepen om de re-integratie in zijn functie als preventieadviseur te eisen. [1458]