ACV

12.2.4. Schorsing en stuiting

De verjaringstermijnen kunnen gestuit of geschorst worden volgens de normale regels van het burgerlijk recht. [1630]

Er is sprake van schorsing wanneer een gebeurtenis de verjaringstermijn onderbreekt en de begonnen termijn gewoon verder loopt na het eindigen van deze gebeurtenis. Zo loopt de verjaring niet tegen minderjarigen, tenzij de wet anders bepaalt. [1631]

Er is sprake van stuiting wanneer een gebeurtenis de verjaringstermijn onderbreekt en de termijn helemaal opnieuw begint te lopen na het eindigen van deze gebeurtenis.

Stuiting kan het gevolg zijn van:

  • een dagvaarding voor het gerecht:

De notie ‘dagvaarding’ moet ruim geïnterpreteerd worden. Het gaat om elke gedinginleidende akte. [1632] De dagvaarding stuit niet alleen de vorderingen die er heel expliciet in zijn omschreven, maar ook de vorderingen die er virtueel in vervat zijn. [1633] De vordering tot het betalen van een opzegvergoeding ligt virtueel niet vervat in de vordering tot betaling van een vergoeding wegens willekeurig ontslag, hoewel beide vorderingen steunen op dezelfde oorzaak, namelijk de verbreking van de arbeidsovereenkomst. [1634] Enkel de tegeneis die een louter verweer uitmaakt tegen de hoofdeis, kan genieten van de stuiting van de verjaring die voortvloeit uit de oorspronkelijke gedinginleidende akte. [1635]

  • een bevel tot betaling of een beslag, betekend aan hem die men wil beletten de verjaring te verkrijgen [1636]:

Het gaat om een uitvoerbare titel (vonnis, notariële akte, …) die bij gerechtsdeurwaardersexploot aan de schuldenaar wordt betekend.

  • de erkenning van het recht door diegene tegen wie de verjaring loopt [1637]:

De erkenning stuit de verjaring van zodra zij slaat op het bestaan van de schuld zelf, ook al blijft het bedrag van de vordering betwist. [1638]

  • de ingebrekestelling bij aangetekende brief met ontvangstbewijs uitgaande van de advocaat van de schuldeiser, de gerechtsdeurwaarder daartoe aangesteld door de schuldeiser, of (enkel voor de arbeidsgerechten) de vakbondsafgevaardigde die een schriftelijk volmacht heeft om de werknemer te vertegenwoordigen [1639]:

De ingebrekstelling dient een aantal verplichte vermeldingen te bevatten om de verjaring te kunnen stuiten. [1640] Er wordt niet vereist dat de volmacht aan de vakbondsafgevaardigde bij de aangetekende brief wordt gevoegd. [1641]

Laatst aangepast op: 04-07-2024