ACV

9.3.1. Algemeen  [1070]

Er is sprake van rechtsmisbruik indien de uitoefening van een recht geschiedt op een kennelijk onredelijke wijze, d.i. een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht door een voorzichtig en bezorgd persoon, geplaatst in dezelfde omstandigheden. [1071]

De elementen die kunnen maken dat een rechtsuitoefening kennelijk onredelijk is, zijn de volgende:

  1. de uitoefening van een subjectief recht met het oogmerk te schaden;
  2. de uitoefening van een subjectief recht zonder enig rechtmatig belang;
  3. de uitoefening van een subjectief recht, zelfs met enig belang, maar waardoor een andere partij overdreven benadeeld wordt;
  4. het onevenredigheidscriterium, d.w.z. de uitoefening van het recht waar een andere partij een schade wordt toegebracht die buiten verhouding is met het nut dat de titularis van het recht uit die uitoefening haalt;
  5. het bestemmings- of finaliteitscriterium, waarbij bij de uitoefening van het recht wordt afgeweken van het doel waarvoor dit recht aan de titularis werd gegeven.

Rechtsmisbruik wordt gesanctioneerd met een inperking van het recht tot zijn normale uitoefening en/of de toekenning van een schadevergoeding aan de benadeelde partij. [1072]

Ook de uitoefening van het ontslagrecht mag niet op kennelijk onredelijke wijze geschieden. [1073] Misbruik van ontslagrecht zal aanleiding geven tot een pecuniaire sanctie.

Na de inwerkingtreding van cao nr. 109 is het nog steeds mogelijk om zich te beroepen op het misbruik van ontslagrecht. Weliswaar kan de schadevergoeding voor kennelijk onredelijk ontslag in principe niet gecumuleerd worden met de schadevergoeding wegens rechtsmisbruik. [1074] Toch kan het misbruik van ontslagrecht nog de aangewezen piste zijn indien bv. de werkelijke schade 17 weken loon overstijgt of vnl. de omstandigheden van het ontslag worden geviseerd.

Laatst aangepast op: 28-04-2025