ACV

8.2.2. Contractuele wanprestatie

Wanneer een partij haar contractuele verplichtingen niet nakomt, dan leidt dit op zich nog niet tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. [829] Dit is in principe ook het geval indien de tekortkoming van de partij betrekking heeft op essentiële arbeidsvoorwaarden (bv. gebrekkige loonbetaling, niet-verschaffen van werk). [830]

De contractuele wanprestatie leidt enkel tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wanneer de partij die haar contractuele verplichtingen niet respecteert, tevens de ondubbelzinnige wil heeft geuit om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. [831] Of de partij deze beëindigingswil heeft geuit, is een feitenkwestie.

In principe zal een partij de tegenpartij in gebreke moeten stellen alvorens het impliciet ontslag in te roepen. [832] Op deze manier kan ook de wil tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst aanschouwelijk worden gemaakt.

Voorbeelden uit de rechtspraak (wanprestatie werknemer):

  • Het bruusk vertrek van een verkoopster uit de winkel vormt een ongerechtvaardigde houding; deze werkverlating kan op zich echter niet worden beschouwd als een uiting van de wil om de arbeidsovereenkomst onmiddellijk te verbreken. [833]
  • De werknemer die gedurende tien dagen de klanten niet bezoekt, noch zijn afwezigheid rechtvaardigt, begaat misschien een ernstige tekortkoming, maar daardoor uit hij niet de wil om de overeenkomst te beëindigen. [834] Hetzelfde geldt voor een werknemer die gedurende tien dagen ongewettigd afwezig is. [835]
  • Het niet tijdig verwittigen van een verlenging van de ziekteperiode, is op zich geen uitdrukking van de wil het contract te beëindigen. [836]
  • Een werkneemster die na afloop van een ziekteperiode niet komt opdagen op het werk, in gebreke wordt gesteld door de werkgever om haar afwezigheid te rechtvaardigen en na drie dagen nog niet heeft gereageerd, heeft weliswaar haar verplichtingen niet nagekomen, maar daarmee nog niet de wil geuit om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. [837]
  • De werknemer die ongepaste en tergende uitspraken doet over zijn werkgever, begaat een fout die misschien een dringende reden kon zijn, maar hij uit daarmee niet zijn wil het contract meteen te beëindigen. [838]
  • De werknemer geeft geen blijk van de wil de arbeidsovereenkomst niet langer uit te voeren wanneer de werknemer, gevolg gevend aan de ingebrekestelling van de werkgever om zijn medisch attest te bezorgen, dat attest overmaakt, zelfs indien hij naar aanleiding daarvan nalaat het verlengingsattest te bezorgen. [839]

Voorbeelden uit de rechtspraak (wanprestatie werkgever):

  • De werkgever die de werknemer tijdens de opzegtermijn eenzijdig vrijstelt van prestaties uit de wil om de overeenkomst te verbreken. [840] Andere rechtspraak kwalificeert de eenzijdige vrijstelling van prestaties als de eenzijdige en substantiële wijziging van een essentiële arbeidsvoorwaarde. [841]
  • Het (zelfs na een ingebrekestelling) volgehouden nalaten de werknemer na afloop van zijn tijdskrediet terug arbeid te verschaffen. [842]
  • Ook de technische of menselijke omgeving kan het de werknemer onmogelijk maken om te werken (in casu: het feit te moeten samenwerken met een collega die bij betrokkene een zware diefstal pleegde). In de mate waarin de werkgever daaraan iets kan veranderen, moet hij dit doen. De werkgever die weigert rekening te houden met een situatie die voor de werknemer ondraaglijk is en geen enkele maatregel neemt om zulks te vermijden, beëindigt eenzijdig de arbeidsovereenkomst. [843]
  • Uit het feit dat de werknemer in een bepaalde maand niet het volledige loon heeft ontvangen, kan niet automatisch worden afgeleid dat de werkgever hiermee de wil heeft geuit om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. [844] Dit is tevens het geval bij een laattijdige betaling van het loon. [845]
  • De wil tot beëindiging kan ook niet worden afgeleid uit het enkele feit dat de werkgever geïrriteerd de werknemer naar huis stuurt. [846]
Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Arbh. Antwerpen 18 oktober 2011, AR nr. 2010/AA/484, onuitg.