ACV

5.2.2. Toegelaten uitzendarbeid

Uitzendarbeid is alleen mogelijk als het gaat om toegelaten tijdelijke arbeid. Uitzendarbeid is dus enkel toegelaten als het gebruikt wordt voor de in de Uitzendarbeidswet toegelaten motieven.

Het gaat om volgende situaties:

  • om te voorzien in de tijdelijke vervanging van een vaste werknemer;
  • om te beantwoorden aan een tijdelijke vermeerdering van werk;
  • om te zorgen voor de uitvoering van een uitzonderlijk werk;
  • voor de invulling van een vacante betrekking, met de bedoeling na de periode van terbeschikkingstelling de uitzendkracht vast in dienst te laten nemen door de gebruiker voor diezelfde betrekking. Dat is het instroommotief en kan alleen worden gebruikt in het kader van een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid, niet voor andere vormen van tijdelijke arbeid. [470]

Ook in volgende gevallen kan er sprake zijn van tijdelijke arbeid:

  • om bezoldigde artistieke prestaties te leveren ten bate van een occasionele werkgever of gebruiker.
  • om ingeschakeld te worden in een inschakelingsproject. [471]

Hieronder worden de motieven verder besproken.

In deze gevallen van toegelaten uitzendarbeid, hebben de gebruiker of het uitzendbureau een informatieverplichting ten opzichte van de vakorganisaties. [472]

5.2.2.1 Motieven voor toegelaten uitzendarbeid

5.2.2.1.1 Tijdelijke vervanging van een vaste werknemer
5.2.2.1.1.1 Begrip

Uitzendarbeid is toegelaten om een vaste werknemer tijdelijk te vervangen. Dat betreft zowel het geval waarin de arbeidsovereenkomst van de vaste werknemer beëindigd werd, als het geval waarin de arbeidsovereenkomst van de vaste werknemer geschorst is. [473] Het is niet relevant of de arbeidsovereenkomst geheel of gedeeltelijk geschorst is, noch of de schorsing wettelijk, dan wel conventioneel van aard is. [474] De schorsing mag evenwel niet het gevolg zijn van gebrek aan werk wegens economische oorzaken of door slecht weer. [475]

Tijdelijke vervanging van een vaste werknemer is ook toegelaten indien die zijn arbeidsprestaties heeft verminderd in het kader van loopbaanonderbreking, voor zover de wijziging van de arbeidsvoorwaarden niet voor een onbepaalde tijd werd overeengekomen. [476] Iemand vervangen die bestendig afwezig is op een bepaalde dag (bv. door deeltijds te gaan werken), is dus geen tijdelijke vervanging. [477] Als de vervangen werknemer het recht heeft de (gedeeltelijke) schorsing te allen tijde eenzijdig te herroepen, zal de vervanging als tijdelijk worden aanzien. [478]

Tijdens stakingen is uitzendarbeid uitdrukkelijk verboden. [479]

Wat onder ‘vaste werknemer’ dient te worden verstaan, wordt niet in de wet gepreciseerd. Uit de parlementaire voorbereiding van de vroegere Uitzendarbeidswet van 1976 kan echter worden afgeleid dat hiermee “alle werknemers die niet met een arbeidsovereenkomst voor tijdelijke arbeid in de zin van de Uitzendarbeidswet zijn tewerkgesteld” bedoeld worden. [480] De vaste werknemer is dus niet alleen de werknemer die door een overeenkomst voor onbepaalde tijd verbonden is, ook een overeenkomst voor bepaalde tijd, duidelijk omschreven werk of een vervangingsovereenkomst komen in aanmerking. Vereist is wel steeds dat de arbeidsovereenkomst van de vaste werknemer werd gesloten in toepassing van de Arbeidsovereenkomstenwet.

De vervanger moet tot dezelfde beroepscategorie behoren als de vaste werknemer. In dit kader wordt met beroepscategorie enkel de categorie arbeiders en de categorie bedienden bedoeld. [481] Arbeiders moeten door arbeiders worden vervangen en bedienden door bedienden.

Verschillende werknemers kunnen een enkele vaste werknemer vervangen, voor zover ze gezamenlijk evenveel uren werken. [482]

Een overeenkomst voor tijdelijke arbeid kan eveneens gesloten worden bij arbeidsongeschiktheid van een tijdelijke werknemer die een vaste kracht vervangt. De nieuwe tijdelijke werknemer vervangt dan immers niet de eerste tijdelijke werknemer, maar wel de vaste werknemer. [483]

Het is ook niet noodzakelijk dat de vervanging van de vaste werknemer op naam gebeurt. Het is mogelijk dat een vaste werknemer door iemand wordt vervangen binnen het bedrijf zelf en dat deze persoon op zijn beurt door een uitzendkracht wordt vervangen. [484]

Het is tevens mogelijk dat de tijdelijke werknemer dezelfde persoon is als de vaste werknemer waarvan de overeenkomst werd beëindigd. [485]

5.2.2.1.1.2 Procedure en duur [486]
    1. Indien de arbeidsovereenkomst van de vaste werknemer geschorst is

De tijdelijke vervanging door een uitzendkracht van een vaste werknemer wiens arbeidsovereenkomst geschorst is, kan zonder formaliteiten gebeuren en voor de duur van de schorsing van de arbeidsovereenkomst van de vaste werknemer.

Eens de vaste werknemer teruggekeerd is, kan er niet langer sprake zijn van een vervanging. Indien men nadien nog beroep wil doen op een uitzendkracht om het werk op te vangen dat tijdens de afwezigheid van de vaste werknemer is blijven liggen, kan dat enkel als het motief ‘tijdelijke vermeerdering van werk’ voorhanden is (zie 5.2.2.1.2 Tijdelijke vermeerdering van werk).

    1. Indien de arbeidsovereenkomst van de vaste werknemer beëindigd is

Indien de arbeidsovereenkomst van de vaste werknemer beëindigd wordt, mag de vervanging maximaal 6 maanden duren. Verlenging met een duur van 6 maanden is mogelijk. [487]

De procedure die gevolgd moet worden, verschilt afhankelijk van de wijze van beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de vaste werknemer. De vervangingen en verlengingen worden in twee groepen verdeeld in functie van de te volgen procedure [488]:

  • de procedure die gevolgd moet worden in geval van vervangingen en verlengingen indien de arbeidsovereenkomst van de vaste werknemer beëindigd werd door een opzegtermijn of om dringende reden, ongeacht door wie het ontslag werd gegeven, en de verlengingen indien de werknemer anders dan met een opzegtermijn of om dringende reden ontslagen werd;
  • de procedure die gevolgd moet worden voor de vervangingen indien de arbeidsovereenkomst van de vaste werknemer anders dan met een opzegtermijn of om dringende reden beëindigd werd.

Die laatste categorie is niet onderworpen aan bepaalde voorwaarden of modaliteiten. De eventuele verlenging van de vervanging is wel onderworpen aan de hieronder vermelde voorwaarden en modaliteiten. [489]

De vervangingen en de verlengingen van de vervanging in geval de arbeidsovereenkomst beëindigd werd met een opzegtermijn of om dringende reden, en de verlenging als de arbeidsovereenkomst anders dan met een opzegtermijn of om dringende reden beëindigd werd, zijn onderworpen aan hiernavolgende voorwaarden en modaliteiten:

Indien er een vakbondsafvaardiging is, moet er een voorafgaande instemming van de vakbondsafvaardiging zijn. Binnen drie werkdagen na de ontvangst van die instemming moet de gebruiker het bevoegde inspecteur-districtshoofd van de administratie van de Arbeidsbetrekkingen en -reglementering op de hoogte brengen. [490]

Indien er geen vakbondsafvaardiging is, moet het uitzendbureau de naam en het adres van de gebruiker, het nummer van het paritair comité en zijn identificatienummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen op elektronische wijze meedelen aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten.

Die mededeling moet uiterlijk gebeuren op de 20e van de kalendermaand, volgend op die gedurende welke de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht een aanvang heeft genomen. Als die datum op een zaterdag, een zondag of een feestdag valt, moet de mededeling uiterlijk op de eerstvolgende werkdag gebeuren.

Daarenboven moet het uitzendbureau, op het ogenblik dat de vervanging of de verlenging van de vervanging 5 maanden duurt, en meer dan 6 maanden zal gaan duren, uiterlijk op de 20e van de kalendermaand volgend op die periode van 5 maanden een tweede mededeling doen aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten. Die mededeling moet uitdrukkelijk verwijzen naar de eerste mededeling en vermeldt opnieuw de naam, het adres en het nummer van het paritair comité van de gebruiker.

De gebruiker en het uitzendbureau kunnen echter schriftelijk overeenkomen dat die mededelingen door de gebruiker moeten gebeuren. De gebruiker moet dan ook de naam van het betrokken uitzendbureau meedelen. [491]

De aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten meegedeelde namen van de gebruikers moeten binnen de 7 kalenderdagen worden meegedeeld op een geïndividualiseerde wijze aan de vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties die in de raad van beheer van het Fonds voor bestaanszekerheid zitting hebben.

Verder kan de commissie van goede diensten voor de uitzendarbeid, binnen de grenzen van haar bevoegdheden, aan het uitzendbureau aanvullende informatie vragen.

Op schriftelijk verzoek van een of meer van die representatieve werknemersorganisaties, dient de termijn gedurende welke de gebruiker een beroep wenst te doen op uitzendarbeid, te worden ingekort. De termijn mag niet beneden de 3 maanden dalen, tenzij het paritair comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, anders beslissen.

Het verzoek tot inkorting moet aan het betrokken uitzendbureau gericht worden, binnen de 6 weken na het tijdstip waarop de vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties de door het fonds meegedeelde gegevens hebben ontvangen. Het uitzendbureau brengt het verzoek onmiddellijk ter kennis van de gebruiker, die er gevolg moet aan geven binnen de 7 dagen na het ogenblik van de verzending van het verzoek aan het uitzendbureau.

Indien er een tweede mededeling aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten wordt gegeven, omdat de termijn van de vervangingen of verlengingen de 6 maanden zou overschrijden, kunnen de representatieve werknemersorganisaties zich verzetten tegen het verder beroep op uitzendarbeid na 6 maanden. Dat verzet dient te gebeuren bij het betrokken uitzendbureau dat het verzet onmiddellijk ter kennis brengt van de gebruiker, die deze tewerkstelling binnen de 7 dagen na deze kennisgeving dient stop te zetten. [492]

Indien het beroep op de uitzendarbeid de ingekorte termijnen overschrijdt, moet de procedure die geldt in geval van tijdelijke arbeid anders dan door uitzendarbeid, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging worden nageleefd. Voor de toepassing van die procedure is de werkgever de gebruiker. [493]

In geval van tewerkstelling in het buitenland deelt het uitzendbureau aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten de naam en het adres van de gebruiker mee, alsook de sector waarin de gebruiker zijn activiteiten uitoefent. Die mededeling gebeurt uiterlijk aan het eind van de kalendermaand volgend op die gedurende welke de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht een aanvang heeft genomen.

De aan het Fonds meegedeelde namen van de gebruikers moeten binnen de 6 weken na het einde van elke kalendermaand op een geïndividualiseerde wijze worden meegedeeld aan de vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties die in de raad van beheer van het Fonds voor bestaanszekerheid zitting hebben.

Aan de Commissie van goede diensten zal, binnen de grenzen van haar bevoegdheden, op haar verzoek aanvullende informatie worden verstrekt.

Gedurende de periodes van tewerkstelling in het buitenland is de uitzendkracht onderworpen aan het algemeen stelsel van de sociale zekerheid of aan het stelsel van de overzeese sociale zekerheid. [494]

5.2.2.1.2 Tijdelijke vermeerdering van werk
5.2.2.1.2.1 Begrip

Met tijdelijke vermeerdering van werk wordt letterlijk iedere vermeerdering van werk bedoeld, die tijdelijk van aard is en die de normale activiteiten van de onderneming doet toenemen.

Het speelt geen rol of die vermeerdering van werk voorzienbaar of onvoorzienbaar is, noch of die vermeerdering eenmalig voorkomt, dan wel regelmatig terugkeert. [495]

5.2.2.1.2.2 Procedure en duur [496]

Indien er een vakbondsafvaardiging is, is uitzendarbeid in geval van tijdelijke vermeerdering van werk toegelaten als deze vakbondsafvaardiging vooraf haar instemming gegeven heeft. Binnen de 3 werkdagen na de ontvangst van deze instemming moet de gebruiker het bevoegde inspecteur-districtshoofd van de administratie van de Arbeidsbetrekkingen en -reglementering daarvan op de hoogte brengen.

De gebruiker moet in de aanvraag die hij aan de vakbondsafvaardiging voorlegt om diens instemming te krijgen, het aantal uitzendkrachten vermelden en de periode gedurende welke de uitzendarbeid zal worden uitgeoefend.

In tegenstelling tot de aanvraag voor tijdelijke arbeid anders dan uitzendarbeid, mag de aanvraag voor uitzendarbeid over een periode van meer dan één kalendermaand gaan. Die periode is telkens hernieuwbaar. De instemming van de vakbondsafvaardiging heeft zowel betrekking op het aantal betrokken uitzendkrachten als op de periode gedurende welke de uitzendarbeid uitgeoefend zal worden. De duur van de uitzendarbeid zal dus in akkoord met de vakbondsafvaardiging worden vastgelegd. [497]

Indien er geen vakbondsafvaardiging is, zal maar voor een periode van maximum 6 maanden een beroep kunnen worden gedaan op uitzendarbeid. Deze periode is verlengbaar met een duur van 6 maanden. De procedure die moet worden gevolgd, is dezelfde als de procedure die gevolgd moet worden bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, in geval van vervanging van een vaste werknemer wiens arbeidsovereenkomst beëindigd werd met een opzegtermijn of om dringende reden (zie 5.2.2.1.4.2 Procedure en duur onder b) Informatie- en raadplegingsverplichting).

Als het uitzendbureau de terbeschikkingstelling van een uitzendkracht na 12 maanden, nog eens met een maximum van 6 maanden wil verlengen, moet het een aanvraag indienen bij de Commissie van goede diensten, ten laatste de 20e van de kalendermaand waarin de uitzendkracht 10 maanden tewerkgesteld is. Deze aanvraag moet de naam, het adres en het paritair comité van de gebruiker vermelden, alsook de reden van de verlenging.

Vanaf het ogenblik dat de representatieve werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in de Commissie van goede diensten, op de hoogte zijn van de aanvraag, beschikken zij over een termijn van 3 weken om hun instemming te verlenen of zich tegen de verlenging te verzetten. Bij ontstentenis van een antwoord binnen de vastgestelde termijn, wordt de aanvraag geacht te zijn toegestaan. [498]

Indien het beroep op uitzendarbeid de globale termijn van 18 maanden, of de verkorte termijnen, overschrijdt, moet dezelfde procedure gevolgd worden die gelden indien men beroep wil doen op tijdelijke arbeid anders dan door middel van uitzendarbeid, in geval van tijdelijke vermeerdering van werk. Voor de toepassing van deze procedure is de werkgever de gebruiker [499] (zie 5.3.2.2 Tijdelijke vermeerdering van werk).

5.2.2.1.3 Uitzonderlijk werk
5.2.2.1.3.1 Begrip

De begripsomschrijving van ‘uitzonderlijk werk’ hieronder heeft zowel betrekking op uitzendarbeid, als op tijdelijke arbeid andere dan uitzendarbeid.

Onder ‘uitzonderlijk werk’ begrijpt men de hieronder opgesomde werkzaamheden, op voorwaarde dat ze niet behoren tot de gewone bedrijvigheden van de werkgever [500]:

  1. de werkzaamheden in verband met de voorbereiding, de werking en de voltooiing van jaarbeurzen, salons, congressen, studiedagen, seminaries, openbare manifestaties, stoeten, tentoonstellingen, recepties, marktstudies, enquêtes, verkiezingen, speciale promoties, vertaling, verhuizingen;
  2. het lossen van vrachtwagens, op voorwaarde dat de vakbondsafvaardiging van de onderneming die een beroep doet op tijdelijke arbeid vooraf haar instemming heeft gegeven;
  3. secretariaatswerk voor zakenlui die tijdelijk in België verblijven;
  4. werkzaamheden voor ambassades, consulaten en internationale organen, op voorwaarde dat de Belgische representatieve werknemersorganisaties vooraf toelating hebben verleend;
  5. werkzaamheden met het oog op de kortstondige uitvoering van gespecialiseerde opdrachten die een bijzondere beroepsbekwaamheid vereisen. Voor deze categorie uitzonderlijk werk moet er een bijzondere procedure gevolgd worden;
  6. in het kader van art. 26 van de Arbeidswet toegelaten overwerk:
  • om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval;
  • in geval van dringende arbeid aan machines of materieel;
  • of arbeid die door een onvoorziene noodzakelijkheid vereist is;
  1. de werken van inventarissen en balansen: de duur van uitvoering van die werken is beperkt tot 7 dagen per kalenderjaar. [501]

Indien het gaat om uitzendarbeid, dus niet tijdelijke arbeid andere dan uitzendarbeid, worden ook volgende werkzaamheden als ‘uitzonderlijk werk’ beschouwd voor zover zij door uitzendkrachten worden verricht binnen een naar inhoud, verlangde kwalificatie en duurtijd duidelijk afgelijnde opdracht:

  1. werkzaamheden in het kader van vormingsprojecten, waardoor uitzendkrachten zich gemakkelijker kunnen integreren in de arbeidsmarkt;
  2. werkzaamheden als uitzendkracht in begeleidingsprojecten waarbij het de bedoeling is om werknemers die getroffen worden door een collectief ontslag via een uitzendbureau te helpen bij het vinden van een nieuwe arbeidsovereenkomst of dienstbetrekking. [502]

Voor die twee laatste categorieën uitzonderlijk werk moet er eveneens een bijzondere procedure gevolgd worden [503] (zie 5.2.2.1.1.2 Procedure en duur).

5.2.2.1.3.2 Procedure en duur

In de regel moet er in geval van uitzonderlijk werk geen bijzondere toelatingsprocedure gevolgd worden.

De duur waarvoor beroep gedaan kan worden op uitzendarbeid, mag maximum 3 maanden bedragen. Een verlenging van die periode is in beginsel niet mogelijk. [504]

Wat de procedure en de duur betreft, gelden er voor een aantal categorieën van uitzonderlijke werkzaamheden bijzondere regels:

  • De procedure indien het gaat om werkzaamheden met het oog op de kortstondige uitvoering van gespecialiseerde opdrachten die een bijzondere beroepsbekwaamheid vereisen (werkzaamheden onder “5”):

In dat geval verwittigt de werkgever ten minste 24 uren vooraf het bevoegde inspecteur-districtshoofd van de administratie van de Arbeidsbetrekkingen en -reglementering.

De gebruiker mag deze werkzaamheden niet door werknemers laten uitvoeren zonder vooraf een beroep te hebben gedaan op de directeur van de subregionale tewerkstellingsdienst van de plaats waar de werkgever gevestigd is.

Daarenboven is de voorafgaande instemming van de vakbondsafvaardiging vereist. Als er geen vakbondsafvaardiging is, moet de procedure via het Fonds voor bestaanszekerheid gevolgd worden. [505] Dat is de procedure die ook moet worden gevolgd, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, in geval van vervanging van een vaste werknemer wiens arbeidsovereenkomst beëindigd werd met een opzegtermijn of om dringende reden (zie 5.2.2.1.4.2 Procedure en duur onder b) Informatie- en raadplegingsverplichting).

De uitzendkrachten mogen in dienst genomen worden voor een periode van 6 maanden. Die periode kan verlengd worden zonder een totale duur van 12 maanden te overschrijden. In geval van verlenging moet de procedure opnieuw worden gevolgd.

  • De procedure indien het gaat om werkzaamheden in het kader van vormings- of begeleidingsprojecten (werkzaamheden onder “8” en “9”):

Deze werkzaamheden zijn toegelaten na het voorafgaandelijk akkoord tussen de gebruiker en de vakbondsafvaardiging, of indien er geen vakbondsafvaardiging is, na het volgen van de procedure via het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten. [506] Dat is de procedure die ook moet worden gevolgd, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, in geval van vervanging van een vaste werknemer wiens arbeidsovereenkomst beëindigd werd met een opzegtermijn of om dringende reden (zie 5.2.2.1.4.2 Procedure en duur onder b) Informatie- en raadplegingsverplichting).

De maximale duur van de werkzaamheden bedraagt 6 maanden. De duur van de tewerkstelling kan met een tweede periode van 6 maanden worden verlengd. In geval van verlenging moet de procedure opnieuw gevolgd worden. [507]

  • Voor de uitvoering van uitzonderlijke werken door uitzendkrachten in de diensten van de Europese Commissie gelden ook bijzondere regels. [508]
5.2.2.1.4 Instroommotief
5.2.2.1.4.1 Begrip

Het instroommotief is ingevoerd om tegemoet te komen aan de in vele bedrijven voorkomende praktijk om uitzendarbeid te gebruiken als aanwervingskanaal. [509]

Men kan zich enkel op het instroommotief beroepen om uitzendarbeid mogelijk te maken. Het is dus geen geldig motief om een andere vorm van tijdelijke arbeid toelaatbaar te maken.

In de Uitzendarbeidswet wordt het instroommotief als volgt omschreven:

“Tijdelijke arbeid is tevens de activiteit die op grond van een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid wordt uitgeoefend en die tot doel heeft een uitzendkracht ter beschikking te stellen van een gebruiker voor de invulling van een vacante betrekking, met de bedoeling om na afloop van de periode van terbeschikkingstelling de uitzendkracht vast in dienst te laten nemen door de gebruiker voor diezelfde betrekking.” [510]

Het is de bedoeling om de uitzendkracht de kans te geven om kennis te maken met een bepaalde werkomgeving en om de gebruiker de kans te geven om kennis te maken met de competenties en de attitudes van een bepaalde uitzendkracht. [511]

Opdat men het instroommotief kan gebruiken om uitzendarbeid mogelijk te maken, moeten bepaalde voorwaarden vervuld zijn.

5.2.2.1.4.2 Procedure en duur
  1. Maximumaantal pogingen en maximumduur van de tewerkstelling in de instroom

Per werkpost zijn maximum 3 pogingen met het motief instroom toegelaten.

Elke poging mag maximaal 6 maanden per uitzendkracht duren. De arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid moet een duur hebben van minstens 1 week.

De totale duur van de 3 pogingen die per werkpost zijn toegestaan, mag niet langer dan 9 maanden zijn. [512]

Voor de berekening van deze maximale duur van 9 maanden moet rekening worden gehouden met de periodes van activiteit van de uitzendkracht bij het uitzendbureau voor de invulling van de werkpost bij de gebruiker, in het kader van het motief instroom.

Er moet geen rekening gehouden worden met die periodes van activiteit indien de uitzendkracht de overeenkomst voor uitzendarbeid eenzijdig verbreekt of wanneer de uitzendkracht wordt ontslagen om dringende reden. [513] In die gevallen wordt de poging dus geneutraliseerd. Ze telt niet mee om het maximumaantal pogingen te bepalen, noch om de maximumduur van de 3 pogingen samen te bepalen. [514]

  1. Informatie- en raadplegingverplichting

De gebruiker moet, vooraleer een beroep wordt gedaan op het motief instroom, de vakbondsafvaardiging informeren en raadplegen.

Die informatieverstrekking en -raadpleging heeft betrekking op de motivering om een beroep te doen op het instroommotief en op de betrokken werkpost(en) en functie(s), die duidelijk beschreven moeten zijn. [515] Het betreft louter een informatie- en raadplegingsverplichting. De instemming van de vakbondsafvaardiging is niet vereist.

Het doel van die verplichting is om een carrouseleffect te vermijden, waarbij steeds weer een beroep wordt gedaan op het instroommotief voor dezelfde werkpost en dezelfde functie.

De vakbondsafvaardiging moet ook geïnformeerd worden over het aantal pogingen, de duur van de pogingen en de totale duur van alle pogingen samen. Ook wanneer de uitzendkracht de overeenkomst voor uitzendarbeid eenzijdig verbreekt of ontslagen wordt om dringende reden, waardoor de poging geneutraliseerd wordt, moet de vakbondsafvaardiging geïnformeerd worden. De wijze waarop deze informatieverstrekking wordt georganiseerd, kan op ondernemingsniveau worden bepaald. [516]

De gebruiker moet aan het uitzendbureau meedelen of het om een eerste, tweede of derde tewerkstellingspoging in het kader van instroom gaat. Het uitzendbureau moet op zijn beurt in de overeenkomst voor uitzendarbeid vermelden over de hoeveelste poging het gaat.

Het uitzendbureau is echter niet aansprakelijk voor de juistheid van deze informatie. In geval van schending van deze bepaling kan het uitzendbureau niet gesanctioneerd worden. [517] Dat is begrijpelijk aangezien het uitzendbureau de informatie van de gebruiker moet verkrijgen en het mogelijk is dat de gebruiker beroep doet op verschillende uitzendbureaus, waardoor het voor de uitzendbureaus niet altijd mogelijk is de juistheid van de informatie te controleren. [518]

Het uitzendbureau kan echter wel gesanctioneerd worden, indien ze de informatie die ze van de gebruiker ontvangen heeft in verband met het aantal pogingen niet opgenomen heeft in de arbeidsovereenkomst van de uitzendkracht. [519]

Indien de gebruiker foutieve informatie heeft doorgegeven aan het uitzendbureau over het aantal pogingen en het toegelaten aantal pogingen hierdoor overschreden wordt, worden de gebruiker en de uitzendkracht geacht te zijn verbonden door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. [520]

  1. Verplichtingen i.v.m. de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid

De overeenkomst voor uitzendarbeid onder het motief instroom moet schriftelijk worden vastgesteld. Ze moet voor minstens een week en voor maximum zes maanden worden gesloten. [521] Tevens moet uiteraard vermeld worden om de hoeveelste tewerkstellingspoging het gaat. [522]

  1. Tewerkstellingsgarantie voor de uitzendkracht

In het kader van de tewerkstellingsgarantie wordt er een onderscheid gemaakt tussen werknemers die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur hebben beëindigd om te worden tewerkgesteld met het instroommotief en alle andere werknemers:

De werknemers die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur hebben beëindigd om te worden tewerkgesteld als uitzendkracht onder het instroommotief, genieten een tewerkstellingsgarantie van 1 maand vanwege het uitzendbureau.

Als het uitzendbureau de overeenkomst voor uitzendarbeid zonder dringende reden verbreekt voor het einde van de termijn van de tewerkstellingsgarantie, moet het uitzendbureau voor vervangingswerk aan hetzelfde loon en met gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden zorgen tot aan het einde van die termijn.

Verschaft het uitzendbureau geen vervangingswerk tot aan het einde van de termijn van de tewerkstellingsgarantie, moet het een vergoeding betalen gelijk aan het loon dat verschuldigd bleef tot het einde van die termijn. [523]

Voor alle andere uitzendkrachten bepaalt cao nr. 108 dat de tewerkstellingsgarantie gelijk is aan de minimumduur van de proefperiode waarin voorzien is door de wetsbepalingen die zijn aangenomen naar aanleiding van arrest van het Grondwettelijk Hof van 7 juli 2011. [524] Aangezien de proefperiode door de Wet op het Eenheidsstatuut is afgeschaft, is de tewerkstellingsgarantie voor die uitzendkrachten tot op heden niet geregeld.

Die tewerkstellingsgarantie opgenomen in cao nr. 108 is een minimumgarantie. Er wordt namelijk uitdrukkelijk gesteld dat dat geen afbreuk doet aan de cao’s of collectieve akkoorden die voorzien in een gunstiger tewerkstellingsgarantie voor uitzendkrachten. [525]

  1. Indienstneming door de gebruiker na het beroep op het instroommotief

Indien de gebruiker de uitzendkracht die ter beschikking werd gesteld op basis van het instroommotief vast in dienst neemt, moet dat in beginsel gebeuren met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Hiervan kan wel worden afgeweken in de gevallen bepaald door een bestaand gebruik dat bevestigd wordt door een op sectorniveau gesloten akkoord. [526]

Voor de berekening van de anciënniteit van de werknemer in de onderneming, worden de periodes van activiteit als uitzendkracht bij de gebruiker meegeteld.

Er wordt wel enkel rekening gehouden met de periodes van activiteit gepresteerd als uitzendkracht op basis van het instroommotief in dezelfde specifieke betrekking als die waarvoor hij vast in dienst wordt genomen. Dat ongeacht latere functiewijzigingen bij de gebruiker. Daartoe behoren ook de periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst, maar niet de periodes tussen de verschillende arbeidsovereenkomsten. Dat doet geen afbreuk aan de toepassing van de bepalingen met betrekking tot het in aanmerking nemen van de tewerkstelling als uitzendkracht voor de berekening van de opzegtermijn. [527]

  1. Motiveringsplicht in geval van niet-aanwerving door de gebruiker

Als de werknemer na de tewerkstelling als uitzendkracht onder het motief instroom niet in dienst wordt genomen door de gebruiker, heeft hij recht op een mondelinge uitleg van het uitzendbureau over de redenen waarom hij niet in dienst wordt genomen. Op zijn verzoek kan die uitleg hem schriftelijk worden bezorgd. [528]

5.2.2.1.5 Artistieke prestaties

De artistieke prestaties die worden geleverd en/of de artistieke werken die worden geproduceerd tegen betaling, ten bate van een occasionele werkgever of een occasionele gebruiker, kunnen tijdelijke arbeid uitmaken. Met artistieke prestaties wordt gedoeld op “creaties en/of uitvoeringen of interpretaties van artistieke oeuvres in de audiovisuele en de beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater en de choreografie”. Ook de prestaties van de podiumtechnici kunnen onder deze noemer vallen. [529]

Onder de occasionele werkgever of gebruiker moet worden verstaan, de “werkgever of gebruiker die niet als hoofdactiviteit heeft het organiseren van culturele manifestaties of het commercialiseren van artistieke creaties, of die geen ander personeel tewerkstelt waarvoor hij onderworpen is aan het socialezekerheidsstelsel van de werknemers”. [530]

Er is geen procedure of maximumduur vastgelegd voor tijdelijke of uitzendarbeid voor artistieke prestaties.

5.2.2.1.6 Tewerkstelling in het kader van een tewerkstellingstraject

De tewerkstelling van niet-werkende werkzoekenden en de leefloontrekkers in het kader van een tewerkstellingstraject erkend door het gewest waar de vestiging ligt waarin de werknemer tewerkgesteld wordt, kan tijdelijke arbeid uitmaken als een aantal voorwaarden vervuld zijn.

Ten eerste moet het gaan om een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid.

Ten tweede moet de vakbondsafvaardiging van het personeel in de onderneming van de gebruiker vooraf in kennis gesteld worden. Die kennisgeving dient schriftelijk te gebeuren en moet de naam vermelden van de betrokken uitzendkracht, de periode gedurende dewelke de uitzendarbeid zal worden uitgeoefend en de identificatie van het betrokken tewerkstellingstraject. Indien er geen vakbondsafvaardiging is in de onderneming van de gebruiker moet de voorafgaande kennisgeving aan het Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten worden gedaan. In dat geval vermeldt de kennisgeving tevens de naam en het adres van de gebruiker, alsook het nummer van het paritair comité waaronder die laatste ressorteert.

Een afschrift van de kennisgeving moet, binnen drie werkdagen na de aanvang van de uitzendarbeid in het kader van een erkend tewerkstellingstraject, worden toegezonden aan het bevoegde inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie van het Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. [531]

De duur van de tijdelijke arbeid is beperkt tot een periode van 6 maanden. Verlenging met een totale duur van 6 maanden is mogelijk op voorwaarde dat de procedure opnieuw gevolgd wordt. [532]

5.2.2.2 Informatieverstrekking en controle

Indien er een beroep wordt gedaan op uitzendarbeid wegens het motief vervanging van een vaste werknemer, tijdelijke vermeerdering van werk, uitvoering van een uitzonderlijk werk of instroom hebben de vakorganisaties recht op informatie en controle waarvoor de gebruiker of het uitzendbureau moet zorgen. [533]

Indien er een ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging is, zal de gebruiker de ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging om de 6 maanden een globale informatie bezorgen, uitgesplitst per motief, over het aantal uitzendkrachten en hun prestaties tijdens de periode van 1 januari tot 30 juni en tijdens de periode van 1 juli tot 31 december. [534]

Als er geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging is, deelt het uitzendbureau maandelijks op elektronische wijze de volgende informatie mee aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten:

  • de naam en het adres van de gebruikers, het nummer van het paritair comité waaronder ze ressorteren en hun identificatienummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen;
  • alle opdrachten, uitgesplitst per motief, met betrekking tot de betrokken periode, met uitzondering van het motief vervanging van een vaste werknemer wegens schorsing van de arbeidsovereenkomst.

Die mededeling gebeurt uiterlijk op de 20e van de maand. Als die datum op een zaterdag, een zondag of een feestdag valt, gebeurt de mededeling uiterlijk op de eerstvolgende werkdag.

Verder kan de Commissie van goede diensten aan het uitzendbureau aanvullende informatie vragen binnen de grenzen van haar bevoegdheden. Die informatie zal worden bezorgd binnen een maand na ontvangst van het verzoek. [535]

5.2.2.3 Sanctie: arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur

Indien de procedures en voorschriften voor toegelaten arbeid niet worden nageleefd, kan dat aanleiding geven tot sancties.

De arbeidsovereenkomst tussen het uitzendbureau en de uitzendkracht is beëindigd, en die werknemer en de gebruiker zijn door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur verbonden in de volgende gevallen:

  • Indien de gebruiker een uitzendkracht tewerkstelt of doorgaat met de tewerkstelling ter vervanging van een vaste werknemer of bij tijdelijke vermeerdering van werk, zonder dat de voorschriften zijn nageleefd;
  • Indien de gebruiker een uitzendkracht tewerkstelt of blijft tewerkstellen in het kader van het motief instroom zonder dat de voorschriften zijn nageleefd;
  • Indien de gebruiker een uitzendkracht tewerkstelt zonder dat een arbeidsovereenkomst is gesloten en/of met het oog op andere dan tijdelijke toegelaten arbeid;
  • Indien de gebruiker een uitzendkracht blijft tewerkstellen nadat het uitzendbureau kennis heeft gegeven van zijn beslissing die werknemer terug te trekken bij staking of lock-out. [536]

De sancties voorzien voor de miskenning van het principieel verbod op terbeschikkingstelling van personeel (zie 5.4.1.2.1 Burgerrechtelijke sancties) zijn eveneens van toepassing bij niet naleving van de regels inzake uitzendarbeid en tijdelijke arbeid. [537]

Het uitzendbureau of de gebruiker (of hun aangestelde of lasthebber) die een uitzendkracht heeft tewerkgesteld buiten de wettelijk toegelaten gevallen of zonder naleving van de procedure, stelt een strafbaar feit. [538]

Laatst aangepast op: 04-07-2024